De godsdienst-van-de-vrede die is gekaapt door een piepkleine minderheid van extremisten staat er weer mooi op: de wederwaardigheden van Taslima Nasrin.
Nadat de Belgaalse schrijfster Taslima Nasrin op 9 augustus tijdens de presentatie van de vertaling van haar boek Shodh in Hyderabad was bekogeld met bloempotten, een lederen koffer en met een stoel bedreigd door – nota bene – een aantal volksvertegenwoordigers, sprak een Indiase imam afgelopen week alweer een fatwa over haar uit wegens belasteren van de islam en de profeet.
De imam loofde direct na het vrijdaggebed een ‘onbeperkt geldbedrag’ (hoeveel zou dat zijn?) uit aan degene die Nasrin zou doden. Dat moet gebeuren als de deelstaatregering zijn eis – deportatie – niet inwilligt. Onder de Indiase wet staat op het bevorderen van disharmonie en haat tussen religieuze groepen een maximale gevangenisstraf van drie jaar. Een politiewoordvoerder in Hyderabad zei dat ze is aangeklaagd wegens ‘kwetsen van de moslimgevoelens’. Dat valt ook onder deze wet (maar koranpassages als 'dood de ongelovigen waar je hen maar kunt vinden' of 'joden zijn apen en zwijnen' bevorderen juist de vrede).
Nasrin schrijft over de belabberde behandeling van hindoes in het overwegend islamitische Bangladesh en de vele verkrachtingen van vrouwen in moslimsamenlevingen.
Taslima Nasrin, opgevoed als moslim, nu atheïst en bekend van haar autobiografie Wild Wind, heeft vanaf 1993 al fatwa’s gekregen naar aanleiding van haar kranteartikelen en boeken. Haar boeken zijn in Bangladesh verboden, haar paspoort werd geconfisqueerd en ze is meermalen met de dood bedreigd door islamitische fundamentalisten die een premie op haar hoofd zetten.
In 1994 eisten islamisten dat ze moest worden opgehangen na een interview in The Statesmen waarin ze zei dat de koran ‘grondig herzien’ diende te worden. Ze moest voor de rechter komen wegens godslastering en ging de gevangenis in. Na twee maanden werd ze op borgsom vrijgelaten en verliet het land. Ze leefde meer dan tien jaar in ballingschap in Zweden. Ze kan nog steeds niet veilig terug naar Bangladesh en heeft onlangs het Indiase staatsburgerschap aangevraagd omdat op het subcontinent haar taak ligt en ze zich met die cultuur het meest verbonden voelt.
Nasrin ontving in 1994 de Sacharowprijs voor Vrijheid van Gedachten van het Europese parlement en ook andere internationale onderscheidingen. Haar boeken zijn in twintig talen vertaald, maar in Bangladesh nog steeds verboden. Drie jaar geleden beschuldigde een hoge Indiase geestelijke haar ervan een ‘joodse spionne’ (sic) te zijn. In datzelfde jaar arresteerde de politie een man die haar met de dood had bedreigd. Toen ze in 2005 een anti-oorlogsgedicht voordroeg aan Bengaalse immigranten in New York moest ze het podium verlaten omdat ze werd uitgejouwd.
Afgelopen maart werd Nasrin in India wederom met de dood bedreigd door een extremistische moslimorganisatie. Deze loofde een premie van 500.000 rupies (bijna 9000 euro) uit voor haar hoofd. De enige manier om hier onderuit te komen, was als ze haar excuses zou aanbieden, haar boeken zou verbranden en het land zou verlaten.
Een moslimpartijleider die meedeed aan de aanvallen op 9 augustus zei ter rechtvaardiging: ‘We maken ons niet druk om onze status als parlementariër. We zijn vóór alles moslim. En het is onze verantwoordelijkheid hen op de proef te stellen die iets tegen de islam inbrengen op wat voor manier dan ook.’
Nasrin had zich teruggetrokken in een hoek. Ze noemde de aanval ‘barbaars’, maar zwoer dat ze het hoofd niet zou buigen. Vele Indiase moslims vonden dat de aanval op Nasrin niets te maken had met aantasting van de vrijheid van meningsuiting. Integendeel, het was een aanval op het aantasten van de vrije meningsuiting door Nasrin!
Op de boekpresentatie hing een spandoek met een vergelijkbaar staaltje moslimlogica: ‘Als je Taslima en Rushdie herbergt, dan verdrijf je alle moslims uit dit land.’ Moslims nemen het hoog op als ze het gevoel hebben dat iemand hen belachelijk maakt. Ze schieten dan al snel in de slachtofferrol en dreigen soms zelfs met geweld. Deze rare gewoonte wint ook veld in Nederland, andere Europese landen met veel moslimimmigranten en de Verenigde Staten.
Het leidt ertoe dat de ontvangende landen zich in alle bochten wringen om de gevoelige moslimziel te ontzien, tot zelfcensuur en een oproep tot inbinden aan toe. Dat vertraagt de integratie. Mohammedaanse woordvoerders die aanstoot nemen aan uitspraken van ongelovigen, gaan niet met hen in debat – en grijpen dus niet de kans die iedereen heeft in een vrij, democratisch land op het aantonen van je eigen waarheid en het weerleggen van wat je opponent zegt.
In plaats daarvan, schreef Robert Spencer op JihadWatch, demonstreren dit soort moslims hun ‘algehele intellectuele bankroet’ en gaan ze dreigen. Met rechtszaken of erger.
zondag 19 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
De tenen van de moslims zijn erg lang als het gaat om religieuze kwesties.
Het is dan ook geruststellend te weten dat wij in ons land 1,2 miljoen moslims herbergen.(inclusief illegalen).
Deze moslimpopulatie neemt verdacht snel toe in aantal. Wij krijgen het vermoeden dat zij op termijn hun eisen enige kracht gaan bijzetten d.m.v. betogingen, bezettingen, grootschalige rellen en als bonus een aantal fatwa's om de zaak wat te bespoedigen.
Gelukkig hebben wij de Apostelen van de Linkse Kerk tot onze beschikking die met hen in dialoog gaan om te voorkomen dat de beoogde Islamisering van ons land al te veel problemen zal ondervinden.
Men moet van autochtone kant wat water bij de wijn doen om een verlichte en tolerante religie als de Islam in onze samenleving te laten integreren.
Hierbij kan het in etappe's invoeren van de sharia een belangrijk hulpmiddel blijken.
(de Wouter Bos-methode).
Voorts de leerlingen op onze scholen strikt scheiden naar geslacht en meisjes vanaf 7 jaar een hoofddoek laten dragen.
In Amsterdam is men daar reeds mee begonnen.
(Langer uitstel van deze maatregel was niet meer verantwoord).
Er is nog een groot tekort aan moskeeƫn in ons land, om over het aantal imams maar te zwijgen.
Het zou helpen om een aantal kerken te ontdoen van hun torens en die te vervangen door minaretten.
Een commissie o.l.v. bisschop Muskens zal hier op korte termijn een rapport over uitbrengen.
Misschien dat men met landen als Pakistan en Iran tot een uitwisselingsprogramma kan komen om het schreeuwende tekort aan imams op te lossen.
Wij sturen een aantal buurtvaders naar deze landen om wat 'sociale vaardigheden' op te doen en in ruil daarvoor krijgen wij een regiment 'gematigde' imams.
Job Cohen is bereid gevonden om deze imams persoonlijk te screenen.
Als we dan ook nog opstandige en respectloze politici zoals Geert Wilders uitwijzen naar St. Maarten dan staat niets een geruisloze Islamisering van ons land in de weg.
Zij die toch blijven protesteren dienen te bedenken dat dit allemaal is begonnen met het fenomeen 'gastarbeider. Misschien dat wij achteraf bekeken maar beter zelf onze toiletten hadden schoongemaakt...
Tristan
Ik krijg er af en toe een sik van, die islam. Wat ook de bedoeling schijnt te zijn.
Nou, van die ruim een miljoen zijn er gelukkig een hoop die niks of heel weinig aan het geloof doen. Uittreden is lastig vanwege de angst voor uitstoting, maar je zult van deze mensen weinig last hebben.
Het probleem is nu juist dat we niet weten hoe veel belijdende moslims hier wonen. Probleem 2 is dat overheid en instanties bij voorbaat al door de knieën gaan om de moslims tegemoet te komen en uit angst dat ze zich gekwetst voelen of boos worden.
Een reactie posten