zaterdag 1 september 2007

De omverwerping van het onderwijs, les 3

Alain Caruba

De Nederlandse overheid heeft het onderwijs om zeep geholpen. Ook in de VS worden kinderen dommer – en volgzamer – gemaakt. Lees en huiver van herkenning.

Het zal u verbazen (alles aan het Amerikaanse onderwijssysteem verbaast u), maar in 1970 erkende het Congres dat de federale regering geacht wordt beperkt macht uit te oefenen over het onderwijs. Een geamendeerde wet bevatte een specifiek ‘Verbod op federale controle op het onderwijs’.

'Het is de federale regering verboden sturing, toezicht of controle’ uit te oefenen op het leerplan, onderwijsprogramma, bestuur of personeel van welke onderwijsinstelling, school of onderwijssysteem dan ook, of op de keuze van bibliotheekbronnen, lesboeken of andere gedrukte of uitgegeven lesmaterialen door een onderwijssysteem of schoolsysteem.’

Maar de maas in de wet die werd gebruikt voor de omverwerping van ons onderwijssysteem was de federale subsidiëring van ‘onderzoek’ en ‘ontwikkeling’.

In de loop van de jaren ’80 gingen scholen over op ‘resultaatgericht onderwijs’, lees: gedragsveranderingsprogramma’s. Het doel hiervan is studenten te modelleren tot kleine burgers van een eenheidswereldregering waar ze slechts economische atomen zijn, geen individuen of mensen die teveel nadenken over individuele vrijheid.

Individuele vrijheid was de motor achter de Amerikaanse Revolutie en de filosofische basis voor elk woord in de Grondwet van de VS. Een of twee generaties Amerikanen die systematisch zijn beroofd van enige kennis hierover zijn nu rijp voor een autoritaire overname.

De geestelijke vader van deze beweging is de invloedrijke onderwijspsycholoog professor Benjamin Bloom met zijn boek All Our Children Learning. Het kwam in 1980 uit en is de bijbel van de outcome-based education. Bloom: ‘Het doel van onderwijs en de school is de gedachten, gevoelens en gedragingen van leerlingen te veranderen.’

Het doel is dus niet leerlingen voldoende kennis en vaardigheden bij te brengen in lezen, schrijven, rekenen, geschiedenis en de bètavakken. Want aldus voorbereid op het leven zullen ze waarschijnlijk vragen stellen bij de pogingen om het land zijn soevereiniteit af te nemen ten faveure van een wereldregering onder leiding van de Verenigde Naties.

Maar het wordt nog erger. In een rapport over ‘de effectieve school’ schreef Thomas Kelly: ‘De hersenen moeten niet worden gebruikt voor opslag, maar voor reproduceren.’ In deze onderwijsvisie bereid je leerlingen voor op een toets met landelijk bepaalde normen over wat ze dienen te weten. De student hoeft alleen maar stukjes es informatie te reproduceren. Dit kun je het beste vergelijken met een gekooide rat die leert via welk gangetje hij bij de kaas kan komen.

Hiermee hebben we een vereenvoudigde verklaring voor het feit dat kinderen van tegenwoordig het moeilijk vinden op lange termijn een hoeveelheid nuttige informatie te onthouden, zoals de tafels van vermenigvuldiging of alle presidenten van de VS, de vijftig staten van de Union, wanneer de Amerikaanse Burgeroorlog was, waar India ligt op de kaart, de namen van de oceanen, enzovoorts.

Het spijt me dit te moeten zeggen, maar de hele beweging om ons onderwijs omver te gooien was op zijn sterkst in de jaren ’80 – onder het toeziend oog van Reagan. De hardvochtige waarheid is dat het noch een Democratisch noch een Republikeins project was. Het ging door ongeacht wie in de regering zat of het Congres beheerste. Het gebeurde omdat er maar weinig politici waren die aandacht schonken aan wat er werkelijk aan de hand was op het departement van onderwijs.

In haar boek The Deliberate Dumbing Down of America schrijft Charlotte Thompson Iserbyt: ‘Het systeem keerde zich af van ‘academische inhoud en werd gebaseerd op het tonen van selectieve vaardigheden, nodig om de route van school naar werk te kunnen verwezenlijken.’ Weg van de inhoud, op naar het kunnen oplepelen van een rijtje antwoorden tijdens een toets.
Scholen werden onder leiding van het ministerie van onderwijs, met financiering van grote fondsen en inbreng van topmensen uit het bedrijfsleven, zodanig omgevormd dat ze werknemers konden voortbrengen.

Welnu, wat is daar zo slecht aan? We hebben werknemers nodig. Echter, de wal keert het schip. Aan wie je het ook vraagt die verantwoordelijk is voor bedrijfsleiding, van een plaatselijke bakkerij tot een grote onderneming, ze zullen allemaal zeggen dat goed personeel vinden hen kopzorgen geeft. Dat wil zeggen, mensen vinden met een minimaal onderwijsniveau die een baan met enige bekwaamheid kunnen uitvoeren. Dat komt door het nieuwe onderwijssysteem dat ons land is aangepraat.
Pak hun zakjapanner af en de nieuwe generatie werknemers kan niet meer optellen en aftrekken. Zet de spellingscontrole uit en ze zijn hulpeloos. Dit zijn basisvaardigheden die Amerikanen vroeger onder de knie kregen in kleine klaslokaaltjes met een houtkachel. Maar kinderen van vroeger konden, anders dan afgestudeerden van nu, wel alle presidenten van de VS opnoemen.

In de jaren ’80 tastte het ministerie van onderwijs volgens Iserbyt daadwerkelijk het wezen van de scholen aan, van ‘lesgeven’ – de traditionele, behoudende rol – tot ‘scholing van arbeidspotentieel’ – en dat was progressief. Het is ironisch dat Ronald Reagan in zijn campagne de slogan had dat hij het departement van onderwijs wilde afschaffen. Hij heeft het niet gedaan.

Wat er wel gebeurde, is dat de macht over de scholen en hun leerplannen omhoog steeg op de besluitvormingsladder, weg van plaatselijke schoolbesturen en zelfs regionale ambtelijke diensten. Bestuurders en leraren vonden dit prachtig omdat ze zo geen last meer hadden van ‘bemoeizuchtige’ leden van de ouderraad of het bestuur die uit de omgeving kwamen en daar hun verantwoordelijkheid namen.

Het instrument om dit voor elkaar te krijgen, was een ‘leerdoelenverzameling’, in 1980-’81 voltooid door het departement van onderwijs: ‘De verzameling bestaat uit veertien delen met 15.000 leerdoelen over elk vak dat op openbare scholen wordt onderwezen.’
Weet u nog dat verbod uit 1970 over federale overheidsbemoeienis met lesgeven? Niemand wist het meer in 1980.

In 1980 werden er 70.000 exemplaren van verspreid in de 16.000 schooldistricten. Vandaar dat alle staten nu dezelfde leerdoelen hanteren. Met opmerkelijk succes werd resultaatgericht onderwijs de manier waarop Amerikanen moesten worden getraind om dezelfde dingen te geloven, dezelfde waarden te hebben en de waarden die ze thuis meekregen te negeren.

Dit is van belang omdat waarden overdragen altijd de taak van de ouders was. Sommige ouders zijn katholiek, anderen protestant. Sommigen zijn joods of moslim. Sommige ouders zijn liberaal of progressief, anderen conservatief. Hun waarden doen er niet langer toe. Daarom is het dagelijks gebed afgeschaft op Amerikaanse scholen. Daarom begint de dag vaak niet meer met een saluut aan de vlag of het opzeggen van de eed van trouw. Het grootste deel van de dag gaat op aan oefenen voor de toetsen waarvan de normen door Washington DC zijn bepaald, niet door de ouders, het schoolbestuur of wie u ook maar kent!

Hoe kon het zo ver komen? Omdat volgens een rapport uit 1981 van het Bureau voor Onderwijsresearch en Verbetering ‘rijksbudgetten voor ongeveer 10 procent worden besteed aan de kosten van het onderwijs. Het rijksaandeel in onderwijsonderzoek en gerelateerde activiteiten bedraagt echter 90 procent van de totale investering.’

Zoals Iserbyt noteert in haar boek: ‘Ongeveer alles dat op Amerikaanse openbare scholen gebeurt, met uitzondering van salarissen, schoolgebouwen, bussen en de aanschaf van inventaris en materialen, wordt hetzij direct, hetzij indirect gefinancierd door het ministerie van onderwijs – en wel als research!’

Niet verbazingwekkend presenteerde president Bush sr in 1989 het beleidsprogramma ‘America 2000’ (nu bekend als ‘Leerdoelen 2000’) aan de landelijke gouverneursbijeenkomst. Hiermee werd het gedragsveranderingsprogramma concreet ingezet.

In datzelfde jaar werd het ‘Elementaire Raamwerk voor Mondiale Educatie’ aangekondigd, afkomstig van de organisatie voor Onderwijstoezicht en Leerplanontwikkeling. Haar doel was mensen te vormen ‘die de planeet aarde als hun thuis beschouwen, burgers zijn van een multiculturele, democratische maatschappij in een wereld die steeds meer onderling verbonden is en die leren, zorgen, nadenken, keuzes maken en handelen om het leven op deze planeet te vieren en de mondiale uitdagingen aan te gaan waarvoor de mensheid zich gesteld ziet.’

NEE! We hebben het over AMERIKAANSE kinderen die naar scholen gaan in de VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA. We sturen onze kinderen niet naar school om wereldburgers te worden, hen te laten programmeren met transnationale uitdagingen, zoals het milieu redden of de rekening betalen om ontwikkelingslanden te helpen. Maar dat is precies wat de Verenigde Naties en de wereldwijde samenzwering van cultureel marxisten willen.

Toch gebeurt dit allemaal OP DIT MOMENT op onze scholen. Daarom is het voorstel van president George W. Bush om 5 miljard extra in scholen te pompen om kinderen te leren lezen – wat scholen toch al zouden moeten doen! – een voortzetting van dezelfde slechte ideeën waar presidenten sinds Eisenhower een stempel op hebben gezet. Om ze daarna te vergeten.

De eerste twee delen van deze serie staan hier en hier.

Geen opmerkingen: