dinsdag 21 augustus 2007

De omverwerping van het onderwijs, les 2

Alain Caruba

De Nederlandse overheid heeft het onderwijs om zeep geholpen. Ook in de VS worden kinderen dommer – en volgzamer – gemaakt op school. Lees en huiver van herkenning.

Hoe kon het gebeuren dat het Amerikaanse onderwijs van een systeem dat kennis overbracht veranderde in een systeem dat gedragsveranderingstechnieken gebruikt om de houding en opvattingen van kinderen, leraren en ouders te beïnvloeden?

Om dit voor elkaar te krijgen, hebben de coupplegers vanaf de jaren ’60 bedrog gepleegd. In 2001 stond er een hoofdredactioneel commentaar in een krant in New Jersey, ‘Laat het bestuur spreken’, waarin werd opgemerkt dat de leden van een plaatselijk schoolbestuur een spreekverbod opgelegd hadden gekregen om in de pers ‘verwarring’ te voorkomen over de doelstellingen van het schoolbeleid. ‘Maar dit gaat niet over verwarring’, aldus het commentaar, ‘het gaat over beheersing.’ En dit is ‘een belediging van het publiek en het idee van open overheidsbestuur.’

Er is niets ‘opens’ aan de poging het Amerikaanse onderwijs de nek om te draaien. Het valt alleen niet op omdat het zich voltrekt in vermeend lokale schoolbesturen of de plaatselijke dienst onderwijs. Het vehikel voor deze verandering is altijd een overheidsorgaan, maar de toezichthoudende speler is het federale departement van onderwijs.
Hun doel is al decennia lang om schamel opgeleide kleine wereldburgers voort te brengen, klaar om zich niet te hechten aan de vrijheden die de oudste grondwet garandeert. Dit systeem is een kopie van wat de Sowjetunie en maoïstisch China hadden en het creëert een inschikkelijke en zelfvoldane bevolking.

Daartoe moesten ze de studenten die door het systeem gingen dommer maken. Op 17 februari 2001 schreef de Los Angeles Times dat de voorzitter van het college van bestuur van de universiteit van Californië ‘de toelatingstest SAT wil afschaffen voor alle acht afdelingen voor eerste-fasestudenten. Wat een fantastische manier om de normen voor academische prestaties verder uit te hollen!

Een maand eerder berichtte de Times dat de universiteit van Californië ruim 2000 studenten op de keien gooide, 6 procent van de eerstejaars van het vorig studiejaar, omdat ze onvoldoende basisvaardigheden wiskunde en Engels hadden. Dit zijn vaardigheden die ze al in hun eerste twaalf jaar op Californische scholen hadden moeten aanleren! Het betekent dat hun diploma’s waardeloze vodjes papier zijn.

Dit patroon herhaalt zichzelf van staat tot staat, omdat het hele onderwijssysteem tekort schiet. Dat de president veel nadruk legt op toetsen, bewijst dat hij er niets van begrijpt.
Het januari/februarinummer van The American Enterprise (2001) was gewijd aan het gegeven dat sommige scholen succes hebben, terwijl andere falen. Karl Zinsmeister schrijft dat het ‘uiterst interessant is hoe de succesvolle scholen die wij portretteerden allerlei kenmerken gemeenschappelijk hadden. In bijna alle scholen zien we een opmerkelijke basisformule: strikte discipline, een strenge en niet-toegeeflijke morele component, met inbegrip van respect voor religie, een nadruk op het onderwijzen van intellectuele basiskennis, een voorkeur voor boeken en lesprogramma’s die de tand des tijd hebben doorstaan, duidelijke kleding- en gedragsvoorschriften, en inspanningen om de leerlingen beleefdheid, respect en hoffelijkheid bij te brengen.’
Vergelijk dat eens met de scholen in uw omgeving waar de leerlingen zich aanstootgevend kleden, grof gebekt zijn en de grootste klacht is dat ze teveel huiswerk hebben.

President Bush heeft zich laten omkopen door de missie van het gevestigde onderwijsorde om de leerlingen systematisch dommer te maken. Hij is niet de eerste president die hieraan ten prooi valt. Om de feiten te kennen, leze men The Deliberate Dumbing Down of America van Charlotte Thomson Iserbyt.

De president heeft vijf miljard dollar uitgetrokken voor een programma dat kinderen moet leren lezen. Help! Kan iemand me alsjeblieft uitleggen hoe nog meer geld iets kan veranderen aan het feit dat Amerikaanse scholen met al hun miljarden belastinggeld dat niet reeds kunnen onderwijzen?

Je hoeft alleen naar het onderwijs in Texas te kijken om te zien waarom de roep om een nationale toets bedrog is. In het novembernummer 2000 van het blad Reason veegde Jerry Jesness de vloer aan met de hype over de toetsscores van Texaanse leerlingen. Ondanks tal van verbetermaatregelen bleken de Texaanse jongeren op de 39ste plaats te eindigen bij de SAT-test.

In 1984 nam de staat een wet aan die minimale eisen stelde aan toelating op universiteiten. Met als gevolg dat sindsdien overal in Texas een aanzienlijke hoeveelheid tijd wordt besteed aan hoe je een voldoende kunt halen op die test. Studenten leren strategieën om te slagen. Bijvoorbeeld, het opdoen van rekenvaardigheden wordt opgeofferd aan methoden als stokjes tekenen en tellen! Dat maakt deze toets in wezen betekenisloos.

Dit is allemaal al voorspeld in de jaren ’70, toen de ‘educraten’ voortgang boekten met de ondermijning van het onderwijs in basiskennis. In 1976 zei Catherine Barrett, destijds voorzitter van de nationale onderwijsbond, in een toespraak: ‘Ten eerste willen we alle mensen helpen begrijpen dat school een concept is en geen plek. We zullen ‘scholing’ niet verwarren met onderwijs. De school moet een gemeenschap zijn, de gemeenschap een school.’
Deze newspeak was een voorloper van het ‘je hebt een dorp nodig om een kind op te voeden’ van Hillary Clinton. Het is een communistische visie waarin de hele maatschappij nodig is om de opvattingen van studenten te vormen. Individualisme is slecht. Je conformeren aan de groep is goed.

Barrett zei verder: ‘We moeten erkennen dat de zogeheten ‘basisvaardigheden’ die momenteel bijna alle lestijd opsouperen in basisscholen, in een kwart van de schooldag zullen moeten worden onderwezen. De overblijvende uren moeten worden gewijd aan wat werkelijk essentieel is en de echte basis: tijd voor eigen onderzoek, voor studenten die hun eigen belangstelling willen volgen, tijd voor een dialoog tussen leerlingen en docenten. (…) In plaats van een informatieverschaffer zal de leraar een aangever van waarden zijn, een filosoof. Leerlingen zullen leren hoe je een liefdesbrief schrijft en laboratoriumaantekeningen.’

Misschien wilt u dit nogmaals lezen. Het hoofd van de onderwijsbond had het over het omvormen van de schooldag tot ongeveer alles behalve leren lezen, schrijven en rekenen. Leraren moesten ‘veranderaars’ worden.

De verandering die in de onderwijsprogramma’s van vandaag is doorgevoerd, is bedoeld om de gehele sociale structuur van onze maatschappij om te gooien, evenals de waarden die haar groot hebben gemaakt. Wedijver en succes in het je eigen maken van basiskennis en -vaardigheden en weten hoe je die kennis toepast, worden overboord gegooid. Daarvoor in de plaats komen andere ideeën over het gezin, vaderlandsliefde, godsdienst en seksualiteit.
Kijk om je heen en vraag jezelf af waarom we nu alle soorten ‘gezinnen’ accepteren. Waarom leven we in een culturele omgeving die is doordrenkt met seks zonder verantwoordelijkheid? Waarom stemmen miljoenen mensen niet? Waarom wordt het uiten van religieuze waarden voortdurend belachelijk gemaakt?

In een artikel uit 1972 schreef Chester Pierce (Harvard) een stuk getiteld ‘Planetarische burgers worden: een zoektocht naar betekenis’; het verscheen in het novembernummer van Childhood Education. Hij maakte zich zorgen over het feit dat kinderen van een jaar of vijf al politieke opvattingen hebben als ‘een hardnekkige trouw aan dit land en zijn leider.’ Wat hij wilde, was een kind dat naar de kleuterschool ging ‘met eenzelfde loyaliteit aan de aarde als aan zijn vaderland.’
Dit is een recept voor het degraderen van vaderlandsliefde en trouw aan waar dit land voor staat, ten gunste van het creë:ren van burgers van een ‘transnationale regering’ onder leiding van de Verenigde Naties en de milieubeweging.

Dwars door de jaren ’70 heeft de Amerikaanse regering deze stroming gesubsidieerd. Lokale onderwijssystemen werden overgenomen door programma’s die waren ontworpen om lokale autonomie te vernietigen. Ik wil niet dat het onderwijsbeleid van president Bush slaagt omdat het de voortgaande omverwerping van onze scholen door het ministerie van onderwijs weerspiegelt.
Dit proces begon in de jaren ’60, ging door in de jaren ’70 en ook daarna is het in volle vaart doorgegaan.

Het eerste deel van deze serie staat hier.

Geen opmerkingen: